Oprichting van de Anti-Revolutionaire Partij, de oudste politieke partij van Nederland met een calvinistische aanhang. Aanleiding is de ëschoolstrijdí over de subsidiÎring van scholen op confessionele grondslag. De Grondwet van 1848 gaf gelovigen de vrijheid hun eigen onderwijs te organiseren, maar de liberalen vinden dat door de staat betaald onderwijs neutraal moet zijn en voelen niets voor subsidiÎring. De ëverzuilingí, de opsplitsing op basis van godsdienst en levensovertuiging, zal decennialang het politieke leven beheersen.